Juryrapport HSSN-prijs 2024

Werden de vorige Nationale Sluizendagen in het najaar gehouden, in 2024 vindt de studiedag in het voorjaar plaats. Ook nu wordt de HSSN-prijs voor de beste restauraties weer uitgereikt. De jury is evenals de vorige keer samengesteld uit de heren drs. Peter Nijhof (deskundige industrieel erfgoed) die als voorzitter fungeerde, ir. Jan Arends (deskundige historische sluizen en stuwen) secretaris, Hendrik-Jan Cassée (Nebest, projectleider restauraties civiele werken), Piet Drop, (Clafis, projectmanager restauratie civiele werken), Frank Druijff (TAUW, erfgoedadviseur), Rutger Polderman (Monumenten- en Restauratie-advies) en Ing. Gerard Troost (RCE, specialist historische waterbouwkundige werken).

Voltallige jury HSSN-prijs 2024

Voltallige jury HSSN-prijs 2024

 

Op de uitnodiging om gerestaureerde sluizen en stuwen voor de HSSN-prijs 2024 voor te dragen, zijn zes aanmeldingen binnengekomen.

De zes objecten zijn door de jury bezocht. In volgorde van aanmelding zijn dit de volgende sluizen en stuwen:

 

  1. Stevinschutsluis in de Afsluitdijk bij Den Oever
  2. Wateringsche Sluis te Maassluis
  3. Aduaderzijlen bij Feerwerd
  4. Duikersluis in Nederhemert Zuid
  5. Bruinenburgersluis bij Leusden
  6. Doeverensche Sluis bij Heusden

Dit jaar zijn er één schutsluis (a), vier uitwateringssluizen (b, c (2x)), f) een ontlastsluis (d) en een damsluis (e) ingezonden. Een stuw ontbreekt dit keer. De beoordeling is gebaseerd op de informatie in de door de indieners meegezonden stukken en de opname ter plaatse.

 

Vier criteria zijn beoordeeld, waarvan de eerste twee zwaarder werden gewaardeerd:

 

De jury heeft uitsluitend de kwaliteit van de restauratie in al haar (water-)bouwkundige, cultuurhistorische, ruimtelijke en landschappelijke aspecten beoordeeld en niet de (cultuur)historische waarde van de sluizen op zich. Of een aangemeld object groot of klein is, eeuwenoud of twintigste-eeuws, simpel of spectaculair, heeft bij de beoordeling geen rol gespeeld. Dit om te voorkomen dat groot of bijzonder op voorhand een voorsprong zou hebben op klein of eenvoudig.

Stevinschutsluis in de Afsluitdijk bij Den Oever (1930)

Eigenaar/beheerder: Rijkswaterstaat.

De Stevinsluizen zijn genoemd naar Hendrik Stevin, een zoon van de beroemde Simon Stevin. Hendrik kwam al in 1667 met een plan voor een afsluitdijk door de Zuiderzee. De huidige afsluiting is een ontwerp van ir. Lely. Zowel bij Den Oever als bij Kornwerderzand kwam een sluizencomplex. De Stevinsluizen bij Den Oever omvatten een schutsluis en drie uitwateringssluizen met elk vijf openingen. De bekende Rijkswaterstaatsarchitect Dirk Roosenburg verzorgde de architectuur van het complex dat werd gebouwd van 1927 tot 1930.

De Stevinschutsluis is een betonnen schutsluis met tussenhoofd. De sluiswanden zijn boven de laagwaterstand bekleed met gemetselde betonstenen. Op de bodem is ter bescherming van het beton een laag baksteen gemetseld. In elk sluishoofd bevindt zich een stel geklonken stalen eb- en vloeddeuren. De totale schutlengte is 120 meter en de doorvaart­breedte bedraagt 13 meter.

 

Restauratie (2021): De sluis was na 90 jaar toe aan een grondige opknapbeurt. De betonconstructie met het metselwerk en de hardsteen bleek na inspectie nog in betrekkelijk goede staat te verkeren. Hier en daar was aanvaringschade. Bij de restauratie werden het beton en het steenwerk waar nodig hersteld, waarbij de scheuren werden geïnjecteerd. Bijzondere aandacht werd besteed aan de restauratie van de hardstenen slagdrempel en de slagstijlen.

Stevin Schutsluis

Stevin Schutsluis.

Ook de geklonken stalen deuren behoefden slechts een grondige opknapbeurt. De kathodische bescherming met zinkhoudende verf had goed gewerkt. Na schoonstralen werden de deuren geconserveerd met een moderne epoxycoating. Tevens zijn zij voorzien van nieuwe houten aanslagen voor de waterdichtheid. De taatsen op de sluisbodem moesten vanwege te grote slijtage worden vervangen. In de halsbeugels werden nieuwe bronzen bussen geplaatst.

Al eerder was de aandrijving geautomatiseerd, waarbij de panamawielen met de trek-duwstangen als bewegingswerken bleven gehandhaafd, zij het enigszins gemoderniseerd.

Als bijzonderheid kan nog worden vermeld dat in de sluis een tijdscapsule is opgehangen waarin tekeningen en foto’s gemaakt door leerlingen van twee basisscholen, zijn gestopt.

Architect/adviesbureau: RWS, SGS Intron en IV Infra.

Aannemer: Bouwcombinatie Levvel (BAM, Van Oord en Rebel).
Sluisdeuren: Solidd (Sumar) en Sealteq (Stadskanaal).

Oordeel jury

De jury waardeert het dat bij de restauratie rekening is gehouden met de cultuurhistorische waarde van het object ondanks dat de sluis geen Rijksmonument is. Dit uitte zich onder meer in de handhaving van de oorspronkelijke geklonken deuren, die overigens nog in goede staat verkeren. Ook de keuze om het Panamawiel als bewegingswerk voor de deuren te behouden, verdient grote waardering. De technische kwaliteit van de restauratie is goed. Het herstelwerk van de muren is helaas in een te witte kleur uitgevoerd waardoor deze te veel afsteken tegen het bestaande oude werk. Een minpunt is ook de rommelige omgeving. Jammer dat ook het gave oorspronkelijke en beeldbepalende bedieningsgebouw niet is meegenomen met de restauratie.

De uitgave van een fraai fotoboek over de restauratie is een pré dat navolging verdient.

Wateringsche Sluis te Maassluis (1653, 1935)

Eigenaar/beheerder: Hoogheemraadschap van Delfland.

De Wateringsche Sluis is een uitwateringssluis in de zeedijk langs de (Nieuwe) Maas. De zeedijk dateert in eerste aanleg uit de 14de eeuw. Op last van het Hoogheemraadschap Delfland moest Wateringen een afwateringskanaal (de Zuidvliet) graven met in de zeedijk een sluis om overtollig regenwater af te kunnen voeren. De sluis ontleent daaraan haar naam.

 

Binnenhoofd Wateringsche SluisBinnenhoofd Wateringsche Sluis.

In opdracht van Wateringen werd de bestaande sluis in 1653 vervangen door een stenen uitwateringssluis, uitgevoerd als duikersluis met houten eb- en vloeddeuren. Op de frontmuur aan de kolkzijde was boven de uitstroomopening een tableau met het jaartal 1653, enkele wapenschilden en de tekst ‘vloed’ – ‘1775’ aangebracht. Veel later, in 1935 werd de koker verlengd in de richting van De Kolk. Daarbij werd het tableau verplaatst naar de buitenzijde van een van de sluiswanden. De verlenging werd voorzien van een stalen hefdeur of schuif. De sluis is in 1985 buiten gebruik gesteld omdat uitwateren nauwelijks meer mogelijk was vanwege het lage polderpeil.

 

Restauratie (2022): Nadat de sluis buiten gebruik was gesteld, trad langzamerhand het verval op. In de duiker ontstonden scheuren en de puntdeuren waren plaatselijk aangetast door houtrot. De wapenschilden waren sterk verweerd en beschadigd. Mede omdat het hoogheemraadschap de sluis als vispassage voor vooral de glasaal wilde gaan gebruiken, is besloten de sluis te restaureren.

In de stalen hefschuif is een vismigratie-afsluiter gemonteerd. Vervolgens is de schuif voor­zien van een nieuwe coating. Het bewegingsmechanisme met een kettingrol is verwijderd. Van de houten puntdeuren zijn de aangetaste delen vernieuwd. Zeer bijzonder is het dat de vloeddeuren deels uit 1935 dateren. De scheuren in de wanden en het gewelf zijn hersteld.

Een plaatselijke kunstenaar kreeg de opdracht het tableau met de wapenschilden en de jaartallen te restaureren en de oorspronkelijke kleuren terug te brengen. Boven op de koker is een uitkijkpunt met uitzicht over de kolk gerealiseerd. Ook is daar een informatiebord geplaatst waarop de werking van de vispassage wordt uitgelegd.

Architect/adviesbureau: Hoogheemraadschap Delfland.

Aannemer: Aannemingsbedrijf Schouls B.V. (Koudekerk aan den Rijn).

Oordeel jury

De jury waardeert voor zover zichtbaar zowel de technische restauratie van de sluis alsook de restauratie in historisch perspectief. Een deel van de sluis met gewelf en vloeddeuren is onzichtbaar voor het publiek en daardoor niet goed te beoordelen. Vanaf de aangeleverde foto’s te zien, zijn er bij het gewelf wat minpuntjes. Ook de kleurstelling van het hekwerk in vergelijking met die van de Monstersche Sluis werd niet begrepen. De wijze waarop de vispassage in de sluis is gerealiseerd oogst grote waardering. Het aanzien van de sluis is daardoor nauwelijks of niet aangetast.

De gerestaureerde sluis met de fraai gerestaureerde wapenschilden zijn een aanwinst voor de directe omgeving. Veel waardering is er ook voor het informatiebord over de werking van de vispassage en bovendien een QR-code waarmee de geschiedenis van de sluis kan worden gelezen en bekeken.

Aduarderzijlen bij Feerwerd (1706 en 1867)

Eigenaar/beheerder: Waterschap Noorderzijlvest.

Het complex de Aduarderzijlen bestaat uit twee uitwateringssluizen: een enkele sluis uit 1706 (de westelijke sluis) en een parallel gelegen dubbele sluis uit 1867 (de oostelijke sluis).
De sluizen moesten tot 1877 vloedstanden op het Reitdiep keren. In laatstgenoemd jaar werd het Reitdiep bij Zoutkamp afgedamd en voorzien van een grote uitwateringssluis met meerdere openingen. De Aduarderzijlen fungeerden vervolgens tot de afsluiting van de Lauwerszee in 1969 als reservekering.

De oude sluis is gebouwd in baksteenmetselwerk met dekzerken, slagstijlen en verticale randen van Bentheimer zandsteen. De sluis bezit houten eb-, vloed- en stormvloeddeuren. Op beide sluismuren is een ijzeren kaapstander met kettingen aanwezig. Hiermee konden de vloeddeuren worden open getrokken. In de sluiswand bevinden zich een jaartalsteen met de tekst Anno 1706, een peilsteen en een kleurige uit 1992 daterende gedenksteen met het wapen van het voormalige Waterschap Westerkwartier. Over de buitenzijde van de sluis ligt een vroege uit 1914 daterende betonnen brug. Deze verving een houten brug die midden over de sluis liep.

Aduarderzijl (1706)

Aduarderzijl (1706).

De nieuwere dubbele sluis is eveneens opgetrokken in baksteenmetselwerk met hier hardsteenelementen van arduin voor slagstijlen, dekzerken en verticale randen. Op de middenpijler is een gedenksteen geplaatst. Bijzonder is de hardstenen peilschaal waarop het peil in Ellen is aangegeven (1 Ned. El = 1 meter). Ook in deze sluis zijn de puntdeuren van hout. De ebdeuren kunnen met houten kaapstanders met een trekduwboom en ketting worden bewogen. De vloeddeuren bewogen waarschijnlijk op stroming. Over de sluis ligt tussen de slagstijlen van eb- en vloeddeuren een smalle maar wel fraaie gemetselde dubbele boogbrug. Hierin was oorspronkelijk een opening met een trap naar het tusseneiland. Deze is echter dicht gemetseld. Binnendijks is voor het wegverkeer een stalen brug geplaats.

Aduarderzijl (1867)

Aduarderzijl (1867).

Restauratie (2022-2024): Het metselwerk van beide sluizen verkeerde in slechte staat. Bij de westelijke sluis (1706) was vooral het voegwerk ernstig aangetast. Bovendien bleek bij de vorige restauratie een te harde specie te zijn gebruikt met weinig hechting tot gevolg. Op verscheidene plaatsen waren bakstenen losgekomen. Ook bij de Bentheimer zandsteen was erosie opgetreden en van de dekzerken waren de RVS doken losgekomen. Omdat er geen scheurvorming is opgetreden kon worden geconcludeerd dat de fundering nog intact was.

Bij de restauratie werd het voegwerk hersteld met een mortel die meer compatibel is met de bestaande bakstenen. Waar bakstenen waren verdwenen werden nieuwe bakstenen ingeboet. Schade aan de zandsteen is met een daartoe geschikte restauratiemortel hersteld. Bij de betonnen brug zijn de langsliggers en leuningen van gewapend beton zorgvuldig gerestaureerd. Het brugdek is geheel vernieuwd.

Ook bij de dubbele sluis (1867) is bij de voorgaande restauratie een te harde specie toegepast, waardoor de voegmortel zijn aanhechting had verloren. Veel stenen zaten los, vooral ook onder de dekzerken en rond de wind-waterlijn. Begroeiing op de sluiswanden heeft daar de stenen losgedrukt. Bij de schotbalksponningen bleek metselwerk te zijn losgescheurd. Grote schade was ook opgetreden bij de oplegging van de stalen brug, waar het roestende staal het metselwerk had los gedrukt.

Ook hier is het metselwerk hersteld met een compatibele mortel. Waar nodig zijn nieuwe stenen ingeboet. De hardsteenelementen zijn zoveel mogelijk behouden gebleven en waar nodig hersteld. Slechts op enkele plaatsen is een nieuw deel ingeboet. De stalen brug is vervangen door een nieuwe, soortgelijke brug.

Architect/adviesbureau: EAGM (Montfoort).

Aannemer: Koninklijke Oosterhof-Holman (Grijpskerk).

Oordeel jury

De jury heeft veel waardering voor het gedegen onderzoek dat aan de restauratie ten grondslag ligt. Het waterschap heeft een mooi dossier samengesteld. Ook is er waardering voor de kwaliteit van de restauratie in historisch perspectief. De technische kwaliteit is over het algemeen vrij goed, vooral bij de dubbele sluis, hoewel er plaatselijk tekortkomingen werden geconstateerd. Daarbij vraagt de jury zich af of de sluis uit 1706 niet iets te terughoudend is gerestaureerd. Dat gevoel wordt nog versterkt door de grondig gerestaureerde betonnen leuningen. Ook oogt de directe omgeving van deze sluis nog wat kaal.

Duikersluis Nederhemert Zuid (1878)

Eigenaar/beheerder: Waterschap Rivierenland.

Nederhemert Zuid werd in de negentiende eeuw slechts beschermd door een zomerkade. Daardoor kwam bij hoge Maasstanden het land onder water te staan. De gebouwen stonden op hoger gelegen delen. De zomerkade hield het overstromingswater tegen zodat het lang duurde voordat het land weer droog werd. Baron Van Nagell van Nederhemert gaf opdracht tot de bouw van een ontlastsluis. Dit is een in baksteen gemetselde duikersluis met stalen hefschuif aan de rivierzijde van de sluis. De schuif wordt bewogen met een ijzeren schroefspindel met draaiwiel. In de frontmuur aan de polderzijde was een gedenksteen van de eerstesteenlegging opgenomen met het jaartal 1878. Opmerkelijk dat in het Rijksmonumentenregister 1861 wordt vermeld.

 

Restauratie (2023): Ondanks dat de sluis nog steeds een uitwaterende functie vervulde, verkeerde de sluis in groot verval. Bovendien was de sluis niet berekend op de zware landbouw voertuigen die over de duiker reden. Op enkele plaatsen waren grote brokken metselwerk verdwenen. Aan de polderzijde was de frontmuur met de gedenksteen er afgereden. Deze laatste is wel bewaard gebleven. Daarnaast was het ijzerwerk gecorrodeerd, de schuif zelfs in ernstige mate.

Omdat het een Rijksmonument betreft, besloot het waterschap de sluis te restaureren. Ontbrekende delen en door het grote verval nauwelijks meer te restaureren onderdelen zoals de bovenste delen van de vleugelmuren en de afgereden frontmuur zijn nauwkeurig gereconstrueerd. Scheuren in het gewelf zijn zorgvuldig gerestaureerd, waarbij het gewelf is versterkt met stalen balken. De gedenksteen is in de gereconstrueerde frontmuur terug geplaatst. De ijzeren hekwerken en het bewegingsmechanisme zijn ontroest en van een nieuwe coating voorzien. De stalen schuif is vervangen door een nieuwe gelijkend exemplaar.

Architect/adviesbureau: Waterschap Rivierenland, CLAFIS Ingenieurs (Arnhem) en Witteveen+Bos (Deventer).

Aannemer: Aannemersbedrijf B. van Hees en Zonen (Nieuwegein).

Duikersluis Nederhemert Zuid 

Duikersluis Nederhemert Zuid.

Oordeel jury

De jury heeft grote waardering voor zowel de technische kwaliteit van de restauratie als voor de restauratie in historisch perspectief. Een tekort aan bouwhistorisch onderzoek werd gecompenseerd door uitvoerig onderzoek en documentatie tijdens de restauratie. De gerestaureerde sluis vormt een aanwinst in een fraaie omgeving. Een informatiebord zal nog worden geplaatst.

Bruinenburgersluis bij Leusden en Woudenberg (1786)

Eigenaar/beheerder: Waterschap Vallei en Veluwe.

De Bruinenburgersluis is een damsluis in de Grebbelinie. De sluis ligt in de verbinding van de Heiligenbergerbeek (Lunterse Beek) met het Valleikanaal. Bij een vijandelijke inval vanuit het oosten kon de damsluis worden dichtgezet met schotbalken. Daarmee werd voorkomen dat het inundatiewater vanuit het Valleikanaal bij inundatie via de beek zou weglopen.

De in baksteen gemetselde sluis is voorzien van een ‘tussenpijler’ en heeft daarmee twee doorstroomopeningen. In elk van de beide sluiswanden en aan weerszijden in de tussenpijler zijn twee sponningen uitgespaard, waarin het gewenste aantal schotbalken kon worden ingelaten. De ruimte tussen de schotbalken werd gevuld met derrie waardoor een waterdichte dam ontstond. De schotbalksponningen aan de zijde van het Valleikanaal zijn uitgevoerd in hardsteen, de andere in baksteenmetselwerk dat aan de bovenzijde is afgedekt met een hardsteenelement. Ook de sluitstenen zijn van hardsteen, evenals een gedenksteen van de eerstesteenlegging met het bouwjaar. Over de sluis ligt een houten brug met fraaie ijzeren leuningen.

Bruinenburgersluis

Bruinenburgersluis.

Restauratie (2023-24): Nabij de sluis waren na WO II bomen geplant, die na verloop van tijd de sluiswanden hebben kapot gedrukt. De bomen zijn voor de restauratie gekapt en het wortelstelsel verwijderd. Enkele delen van het metselwerk waren zodanig beschadigd dat deze moesten worden vernieuwd. De her te gebruiken stenen werd voor het opnieuw inmetselen schoon gebikt. Zowel de sluitstenen als de gedenksteen zijn tijdens de restauratie uitgenomen en zorgvuldig herplaatst. Het houten brugdek is vernieuwd en de ijzeren leuningen zijn voorzien van een nieuwe verflaag.

Architect/adviesbureau: Delfgou Architectuur en Monumenten (Scherpenzeel).

Aannemer: Aannemersbedrijf B. van Hees en Zonen (Nieuwegein).

Oordeel jury

De jury heeft grote waardering dat deze sterk in verval verkerende sluis door de restauratie behouden is gebleven. De kwaliteit in historisch perspectief is grotendeels goed te noemen, al zijn er wat twijfels bij enkele verbindingsdetails. Dat geldt ook voor de technische kwaliteit: grotendeels goed uitgevoerd, maar op enkele plaatsen zijn gebreken onvoldoende hersteld. Ook verstoren de mortelresten op de bakstenen het beeld van de monumentale sluis.

Positief is de inrichting van een kano-oversteek bij de sluis. De gerestaureerde sluis ligt in een fraaie wandelroute. Een informatiepaneel wordt daarbij echter node gemist.

Doeverensche Sluis bij Heusden (tussen 1818 en 1870)

Eigenaar/beheerder: Gemeente Heusden.

De Doeverensche Sluis is een uitwateringssluis in de Zeedijk bij Doeveren die ook bekend staat als Bovenlandsche Sluis. De sluis heeft ook een inundatiefunctie gehad in de Zuider­waterlinie. Over de bouw van de sluis is vooralsnog niets bekend. Een hardstenen peilschaal in de sluis geeft iets meer duidelijkheid over de periode waarin de sluis moet zijn gebouwd. Op de peilschaal staan de woorden AP en El. Het AP werd in 1818 ingevoerd voor heel Nederland. De (Ned.) El was tussen 1815 en 1870 de officiële Nederlandse benaming voor de meter.

De sluis is opgetrokken in baksteen met aan de uiteinden de iets uitwijkende vleugelmuren. De sluis is voorzien van een stel houten puntdeuren en schotbalksponningen. Slagstijlen, sponningen en sluitstenen zijn evenals de peilschaal van hardsteen. Opmerkelijk zijn de vloeiend gemetselde uitsparingen in de deurkassen, waardoor de open deuren bij ‘vloed’ gemakkelijk door het water werden dichtgedrukt. De deuren konden overigens ook worden vastgezet. Bijzonder zijn ook de ijzeren stempels tussen de kolkwanden, die echter veel te slank zijn uitgevoerd. Over de brug is in de 20ste eeuw een betonnen plaatbrug geplaatst met slanke gesmede ijzeren leuningen, die vermoedelijk zijn hergebruikt.

 

Restauratie (2021-2022): De sluis verkeerde in een zeer slechte staat. De wanden weken iets naar elkaar. Enkele stempels waren uitgeknikt. In het metselwerk zaten veel scheuren en afschuivingen. Op verscheidene plaatsen waren bakstenen uitgevallen. De houten deuren waren verdwenen. Over de betonnen brug was een smallere houten brug geplaatst omdat deze niet meer voldeed aan de veiligheidseisen.

Omdat de sluis een Rijksmonument is, besloot de gemeente Heusden de sluis te restaureren. Daarbij werd de sluis zoals deze zich aandiende vóór de restauratie als uitgangspunt genomen. Loszittende stenen werden zoveel mogelijk hergebruikt, ook die van vroeger herstelwerk. Zorgvuldig is omgegaan met de keuze van nieuwe stenen en een compatibele mortel. Op de sluismuren is een nieuwe prefab betonnen brug geplaatst, waarbij de oude leuningen na restauratie en een nieuwe conservering is hergebruikt. Voor de verdwenen puntdeuren zijn nieuwe houten deuren teruggeplaatst.

Architect/adviesbureau: Nebest B.V. (Vianen).

Aannemer: Van der Ven (Brakel).

Aduarderzijl (1867)

Doeverensche Sluis.

Oordeel jury

De jury heeft grote waardering voor de wijze waarop deze zeer vervallen sluis is gerestaureerd. Niet alleen is de technische kwaliteit van hoog niveau, maar ook in bouwhistorisch opzicht is er grondig werk verricht.

Veel waardering is er ook voor het historisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden.

De sluis is onderdeel van een groot cultuurhistorisch en prachtig landschappelijk ensemble met twee andere eveneens gerestaureerde sluizen in de Zeedijk.

Door het weer plaatsen van sluisdeuren is de belevingswaarde hoog, die nog wordt vergroot door het geplaatste informatiepaneel.

Beoordeling

De meeste objecten zijn door alle zeven juryleden bezocht. Enkele juryleden moesten bij een sluis verstek laten gaan. Per object zijn door de beoordelaars voor elk criterium punten toe­gekend. Ieder jurylid doet dat naar eigen inzicht en expertise. Zo kan bij een voorkomende restauratie verschil worden gemaakt tussen historiserend restaureren, of juist laten zien dat iets is toegevoegd. Niet iedere beoordelaar hoeft daarover eenzelfde mening te hebben en zal dat laten uitkomen in de puntentoedeling.

Het is de jury opgevallen dat enerzijds de restauratie voor zover uitgevoerd over het algemeen van een hoog niveau was. Wel waren er bij enkele objecten wat minpuntjes. Dit heeft uiteraard invloed op de beoordeling. Bij de meeste objecten is sprake van gedegen historisch onderzoek of werd tijdens de uitvoering onderzoek verricht. Bij enkele sluizen was niet duidelijk in hoeverre het onderzoek heeft doorgewerkt.

Vijf van de zes sluizen zijn Rijksmonument. Jammer is dat bij slechts de helft van de objecten een informatiebord is of zal worden geplaatst. De jury hecht hier grote waarde aan.

De jury heeft als regel aangenomen dat een lid van de jury zich onthoudt van een oordeel over een sluis indien:

Drie van de zeven juryleden waren betrokken bij de restauratie van een sluis, twee bij de Doeverensche Sluis en één bij de Duikersluis in Nederhemert Zuid. Aan de beoordeling van die sluizen hebben zij dan ook niet deelgenomen. Ook degenen die door omstandigheden niet in staat waren een sluis te bezoeken, hebben niet meegedaan aan de beoordeling van het betreffende object.

De door de juryleden gegeven punten per object zijn bij elkaar op geteld, waarna het totaal is gedeeld door het aantal beoordelaars. Uit de puntentoekenning konden de drie prijswinnaars worden genomineerd.

De eerste prijs gaat zeer verdiend naar de Gemeente Heusden voor de restauratie van de Doeverensche Sluis bij Heusden. Het Waterschap Rivierenland ontvangt de tweede prijs voor de restauratie van de Duikersluis in Nederhemert Zuid. De derde prijs is toegekend aan het Waterschap Noorderzijlvest voor de restauratie van de Aduarderzijlen bij Feerwerd.

 

Gouda, 16 april 2024

Namens de Jury: Ir. G. Jan Arends