Op 26 september 2025 werd de Nationale Sluizendag ehouden. Ook nu konden HSSN-prijzen voor de beste restauraties weer worden uitgereikt.
De jury is dit keer samengesteld uit de heren drs. Peter Nijhof (deskundige industrieel erfgoed) die als voorzitter fungeerde, ir. Jan Arends (deskundige historische sluizen en stuwen) secretaris, Hendrik-Jan Cassée (Nebest, projectleider restauraties civiele werken), Piet Drop, (deskundige restauratie civiele werken), Frank Druijff (TAUW, erfgoedadviseur), Rutger Polderman (Monumenten- en Restauratie-advies) en Sjaak Dehing (BAT Sittard, restauratie historische waterbouwkundige werken en systemen).
Jury HSSN-prijs 2025.
Op de uitnodiging om gerestaureerde sluizen en stuwen voor de HSSN-prijs 2025 voor te dragen, zijn vijf aanmeldingen binnengekomen.
De vijf objecten zijn door de jury bezocht. In volgorde van aanmelding zijn dit de volgende sluizen en stuwen:
De sluis-bruggen bij Sprang-Capelle en Waspik zijn drie afzonderlijke complexen. Omdat deze als één geheel zijn aanbesteed en de sluizen grote verwantschap vertonen zijn zij als één geheel beoordeeld.
Dit jaar zijn er twee schutsluizen (b en c), vier uitwateringssluizen (a, d (3x)) en een keersluis (e) ingezonden. Een stuw ontbreekt dit keer. De beoordeling is gebaseerd op de informatie in de door de indieners meegezonden stukken en de opname ter plaatse.
Vier criteria zijn beoordeeld, waarvan de eerste twee zwaarder werden gewaardeerd:
De jury heeft uitsluitend de kwaliteit van de restauratie in al haar (water-)bouwkundige, cultuurhistorische, ruimtelijke en landschappelijke aspecten beoordeeld en niet de (cultuur)historische waarde van de sluizen op zich. Of een aangemeld object groot of klein is, eeuwenoud of twintigste-eeuws, simpel of spectaculair, heeft bij de beoordeling geen rol gespeeld. Dit om te voorkomen dat groot of bijzonder op voorhand een voorsprong zou hebben op klein of eenvoudig.
Eigenaar/beheerder: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Polder het Noorden was voor 1877 een inham tussen het oude land van Texel en de 19de-eeuwse polders Eijerland en de Eendracht. In de afsluitdijk van deze polder werd een uitwateringssluis gerealiseerd met drie openingen. Twee openingen zorgden voor de afwatering van Polder het Noorden, terwijl de zuidelijke opening overtollig water van onder meer de Polder Waal en Burg afvoerde. Al spoedig bleek dat natuurlijke afwatering niet voldoende was. Daarom werd al in 1878 poldermolen Het Noorden gebouwd. De afvoer van de molen werd verbonden met de middelste opening van de sluis.
De sluis is grotendeels uitgevoerd in baksteen met enkele hardsteen elementen en ijzeren ankers. Binnendijks werd in elke opening een houten hefdeur (schotdeur) geplaatst die met een ijzeren tandwielkast kon worden geopend en gesloten. Door de dijk liepen drie kokers. Buitendijks werd elke koker de sluis afgesloten door een stel vloeddeuren.
Van de molenboezem naar de middelste doorgang is een watergang gerealiseerd, begrensd door bakstenen wanden. De doorgang is voorzien van ijzeren ankers en afstandhouders. Aan de zijde van de boezem is een keermuur van baksteen gemetseld met zowel aan de molenzijde als aan de zijde van de uitwateringssluis een verticaal beweegbaar houten schot.
In de Noordelijke zijwand van de middelste stroomgang zijn twee houten schotdeuren geplaatst in een betonnen hefportaal. Deze hefdeuren met een ketting verbonden met een houten spil of boom. Door in de spil een spaak te steken, kunnen de deuren worden gehesen. Opmerkelijk is de fraaie maar ook voor toen al zeer ouderwetse bewegingsconstructie. De betonconstructie zelf dateert van na 1900, waarschijnlijk uit het interbellum.
In de zuidelijke zijwand bevinden zich eveneens twee schuiven die beide met een schroefspindel kunnen worden geopend. De oostelijke klep is echter via een grondduiker verbonden met het noordelijke water.
In 1980 is de dijk op Deltahoogte gebracht. Daarbij is de sluis dichtgezet en het buitendijkse deel met frontmuren gesloopt. In 1999 werd het overgebleven deel van de sluis een Rijksmonument.
Uitwateringssluis Polder het Noorden, Texel.
Restauratie (2024-2025): Nadat de sluis buiten gebruik was gesteld, raakte het complex langzamerhand in verval. Het metselwerk was zeer slecht, het ijzerwerk sterkt geroest en het houtwerk aangetast. Het Hoogheemraadschap besloot deze bijzondere sluis te restaureren om het binnendijkse deel te behouden. Omdat de sluis geen functie meer heeft, konden de oude afsluitmiddelen en hun bewegingsmechanismen worden opgeknapt en gehandhaafd.
Bij de restauratie werden de natuursteenelementen waar nodig door nieuwe vervangen. Het metselwerk met het voegwerk werd grondig hersteld. Het ijzerwerk werd uitgenomen, ontroest en opnieuw geconserveerd. Ook de houten deuren werden voorzien van een nieuwe conserveringslaag.
Architect/adviesbureau: Van Reeuwijk Bouwmeester (Arum).
Aannemer: K. Dekker B.V. (Warmenhuizen), Pronk Bouwbedrijf BV (Warmenhuizen).
Oordeel jury
De jury waardeert het dat het waterschap de prachtige uitwateringssluis heeft gerestaureerd, ondanks dat de hoofdfunctie niet meer aanwezig is. Bij de restauratie is zoveel mogelijk geprobeerd het aanwezige materiaal te handhaven wat op zichzelf prijzenswaardig is. Er was helaas onvoldoende budget om alle delen van de sluis volledig te restaureren. Mede hierdoor zijn er enkele delen die wat grondiger hadden kunnen worden aangepakt. Het herstel van het metselwerk is grotendeels goed uitgevoerd, maar het muurtje langs de loopbrug is helaas niet meegenomen. Hoewel op enkele plaatsen het nieuwe voegwerk de juiste kleur kreeg, werd het overgrote deel met een sterk afwijkende en naar mening van de jury te opvallende kleur voegspecie gevoegd.
Jammer dat de gedenksteen gedeeltelijk door de opgetrokken schuif aan het oog is onttrokken. Het bouwhistorisch onderzoek is vrij summier en vertelt weinig over de constructie en haar geschiedenis. Op het informatiebord nabij de sluis wordt helaas niets over de sluis zelf en de restauratie vermeld.
Eigenaar/beheerder: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
De schutsluis Oudewater is onderdeel van de regionale waterkering en vormt de verbinding tussen de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel en de Lange Linschoten.
Binnenhoofd Sluis Oudewater.
De oudste vermelding van een sluis in Oudewater dateert uit 1334. Deze ‘Jan Aelmans sluyze’ bevond zich ter plaatse van de huidige schutsluis bij de Sluisbrug. In 1367 werd de sluis vervangen door een bredere en diepere sluis. Bij de Romeijnsbrug over de monding van de Lange Linschoten naar de Hollandsche IJssel bevindt zich eveneens een sluis. Dit is een keersluis die in oorsprong ook in die periode zou zijn gebouwd. Beide sluizen waren zeer waarschijnlijk houten keersluizen, waarbij de tussengelegen haven mogelijk als kolk heeft gefungeerd.
Later is de sluis bij de Sluisbrug vervangen door een gemetselde stenen schutsluis. Het is moeilijk in te schatten wanneer dit is gebeurd. Ook is niet bekend wanneer de huidige sluis is gebouwd. De in de sluis opgenomen brug dateert uit 1767. Waarschijnlijk kreeg toen ook de schutsluis zijn huidige vorm. De brug is in tegenstelling tot de sluis een Rijksmonument.
Bij een vorige renovatie van enkele jaren geleden is een modern bewegingswerk aangebracht. Wel zijn de oorspronkelijke bewegingswerken gehandhaafd zonder functie. Het oude bewegingswerk voor het rinket in het benedenhoofd is daarbij verplaatst van de linker- naar de rechterdeur.
Restauratie (2024-2025): De sluis was toe aan een grondige restauratieronde. Vooral de houten deuren bleken te zijn aangetast en de draaipunten vertoonden gebreken. Ook was rond de waterlijn het voegwerk verdwenen. Nadat de deuren waren verwijderd bleek herstel niet zinvol te zijn en is gekozen voor nieuwe deuren. Het voegwerk is hersteld en stalen en houten elementen zijn opnieuw geschilderd.
Architect/adviesbureau: Hylkema Erfgoed (Utrecht).
Aannemer: Aannemingsbedrijf Schouls B.V. (Koudekerk aan den Rijn).
Oordeel jury
De jury heeft waardering voor de technische kwaliteit van de restauratie. Wel mist het voegwerk tussen de hardstenen dekzerken. De jury waardeert het dat de oude bewegingswerken bij de modernisering zijn gehandhaafd, al hebben zij hun functie verloren.
Het bouwhistorisch onderzoek was helaas summier. Ook het ANWB bord met QR-code geeft niet veel informatie.
Eigenaar/beheerder: Hoogheemraadschap van Delfland.
Het poldergebied van Berkel en Rodenrijs was voor 1862 bereikbaar via een houten ‘verlaet’ of schutsluisje tussen de Bovenvaart en de Zweth. Via deze sluis konden landbouwproducten naar Rotterdam worden verscheept. De waterhuishouding werd geregeld met een vijftal wind-watermolens. Rond 1860 besloot men de bemaling te verbeteren door twee stoomgemalen te bouwen, waarvan er één op de plaats van het verlaat moest komen. Loodrecht op de Zweth werd een nieuw schutsluis gebouwd die in 1862 gereed kwam. Deze verbindt de Rodenrijsche Vaart en de Bovenvaart met de Berkelsche Zweth.
De Zwethsluis sluis werd opgetrokken in baksteen metselwerk afgedekt met natuurstenen dekzerken. Als afsluitmiddel werd in beide sluishoofden een stel houten puntdeuren geplaatst. Een omloopriool in de sluishoofden zorgde voor de nivellering van de kolk. Als afsluitmiddel daarvan werd een houten schuif gebruikt die met behulp van een eveneens houten portaal met windas kon worden geopend.
De sluis werd in 1980 een Rijksmonument. In 1992 is de sluis vanwege toenemende verval ingrijpend gerenoveerd. De sluiswanden zijn toen vervangen door een betonconstructie, bekleed met een baksteenschil om het uiterlijk zoveel mogelijk te bewaren. In plaats van hardstenen dekzerken is gekozen voor een twee-steens rollaag van baksteen. Van de oorspronkelijke constructie is waarschijnlijk alleen de fundering en de vloerconstructie nog origineel.
Berkelsche Zwethsluis, bovenhoofd
Restauratie (2024-2025): Na een periode van 30 jaar waren de houten afsluitmiddelen aangetast door houtrot. Ook constateerde het waterschap beweging in de sluiswanden na het vullen of legen van de sluiskolk. Men besloot uiteindelijk de sluis te restaureren en daarbij de sluiswanden te versterken met palen en ankers. De bestaande rollaag is geheel vervangen. Ook de deuren en de houten hefportalen met de schuiven en de houten brug zijn vernieuwd.
Architect/adviesbureau: RAAP (Weesp) / HH van Delfland en Van der Ven.
Aannemer: G. van der Ven B.V. Aannemingsbedrijf (Brakel).
Oordeel jury
De jury heeft veel waardering voor nette wijze waarop de sluis is gerestaureerd. De sluis toont weliswaar als nieuw, maar dat zal door de tand des tijds spoedig genoeg veranderen. Wel zet de jury vraagtekens bij de wijze waarom de sponningen zijn aangebracht. Deze lijken er achteraf te zijn ingefreesd.
Veel waardering is er ook voor het verrichte bouwhistorisch onderzoek. Helaas ontbrak tijdens het bezoek nog het toegezegde informatiepaneel.
Eigenaar/beheerder:Gemeente Waalwijk.
Onder het Zuiderafwateringskanaal lopen bij Sprang-Capelle en Waspik drie sifonduikers, waarvan beide uiteinden uitmonden in de bodem van een uitwaterings- of ontlastsluis. Via deze sluisjes kan worden afgewaterd op het afwateringskanaal. De sifonduikers bevinden zich op de kruising van het kanaal met de Hogevaart, met de Nieuwevaart (Wendelnesseweg), beide in Sprang-Capelle, en met de Vrouwkensvaart (Vrouwkensvaartsestraat) in Waspik. Bij elk van deze sifonduikers liggen drie bruggen, die samen met de duiker en de sluisjes één complex vormen. De sluisjes verzorgen mede de afwatering van de polders langs het Zuiderafwateringskanaal.
Sluis Vrouwkensvaart in Waspik
De drie brug-sluiscomplexen hebben een vrijwel gelijke uitstraling: een betonnen brug over het Zuideafwateringskanaal parallel aan de sifonduiker en twee stalen bruggen met houten brugdek over de kruisende vaart, één ten noorden en één ten zuiden van het kanaal. De sluizen langs de Wendelnesseweg en die in de Hogevaart, beide in Sprank-Capelle, zijn sinds 2002 een Rijksmonument. Dit merkwaardig genoeg in tegenstelling tot de sluis in de Vrouwkensvaart te Waspik. Juist bij dit object zijn de waterlopen nog intact en komen de bruggen goed tot hun recht. Bij de twee complexen in Sprang-Capelle zijn de noordelijke vaartdelen gedempt of vervangen door een duiker.
De landhoofden, tevens sluislichaam met sluisopening, zijn gemetseld in baksteen met hardstenen dekzerken. Het waterkozijn rond de sluisopening en de oplegblokken onder de bruggen zijn eveneens in hardsteen uitgevoerd. De sluisopeningen worden afgesloten door een houten schuif of hefdeur. Deze worden bewogen met een ijzeren schroefspindel die met een wiel handmatig kan worden bewogen. De schroefspindel is met een spreiband aan de schuif verbonden. De bruggen zijn voorzien van smeedijzeren leuningen met geklonken verbindingen. Bijzonder is de in sluiswand ingemetselde marmeren peilschaal in het kunstwerk aan Wendelnesseweg.
Sluis Nieuwevaart in Sprang-Capelle.
Restauratie (2023-24): De sluizen waren toe aan een grondige restauratie. Het metselwerk vertoonde gebreken. Stenen lagen los, waren gescheurd, afgebrokkeld of zelf geheel verdwenen. Dat gold ook voor de hardsteenelementen. De houten schuiven of hefdeuren waren aangetast door houtrot. Ook de houten planken van de bruggen waren deels aangetast, evenals de stalen liggers onder de brugdekken. Verder waren de leuningen en de schroefspindels duidelijk toe aan een nieuwe conservering.
Sluis Hogevaart in Sprang-Capelle
Besloten is de aanwezige aangetaste houten schuiven en brugdekken geheel te vernieuwen. Dat geldt ook voor de stalen brugliggers. Het metselwerk is waar nodig hersteld. Ook de hardstenen dekzerken zijn hersteld en waar nodig vervangen door nieuwe hardstenen elementen. De nieuwe hardsteen dekzerken zijn voorzien van frijnwerk overeenkomstig de oude elementen. De noordelijke sluis in de Hogevaart was eerder al dichtgezet met een betonnen wand. Besloten is om hier geen functieloze houten schuif meer aan te brengen. In de zuidelijke sluis is hier eerder een vizierklep in de houten schuif geplaatst. Ook deze is gehandhaafd, evenals het ervoor geplaatste stalen roosterbordes.
Architect/adviesbureau: IV Infra (Sliedrecht).
Aannemer: Aannemersbedrijf Nico de Bont B.V. (Vught).
Oordeel jury
De jury heeft grote waardering voor de hoge kwaliteit van de restauratie. De drie locaties zien er weer prachtig uit, waarmee een mooi ensemble van drie sluiscomplexen behouden is gebleven. Wel vroeg de jury zich af of het frijnwerk van de nieuwe hardstenen dekzerken niet te veel afsteekt met het bijna verdwenen frijnwerk op de gehandhaafde hardsteenelementen.
Positief is ook dat de ruimtelijke-landschappelijke inbedding van alle drie de complexen onaangetast is gebleven wat de belevingswaarde ervan vergroot.
Het grondig verrichte bouwhistorisch onderzoek verdient waardering.
De jury miste ook hier node informatieborden of verwijzende QR-codes bij de objecten.
Eigenaar/beheerder: Waterschap Aa en Maas.
De Bossche Sloot was voor 1910 de bovenloop van het riviertje de Broekleij. Door de aanleg van het Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch - Drongelen, ook wel Drongelens Kanaal genoemd, veranderde waterhuishouding in het gebied. Het nieuwe kanaal doorsneed de Leij. Aan de noordzijde van het Afwateringskanaal werd een nieuwe verbinding tussen de Bossche Sloot en het Afwateringskanaal gegraven: de Nieuwe Bossche Sloot. In de monding van de Nieuwe Bossche Sloot kwam een uitwateringssluis met twee openingen.
Het sluislichaam is een betonconstructie. Hierop is een ijzeren hefportaal geplaatst waarin twee ijzeren Stoney-schuiven kunnen bewegen. Bij een Stoney-schuif is tussen de schuif en de verticale aanslag een rolwagen geplaatst, zodanig dat de waterdruk op de schuif niet via de rolassen maar via de rollen zelf wordt overgebracht. De rolwagen beweegt met halve snelheid met de schuif mee. De schuiven zijn met een contragewicht uitgebalanceerd zodat deze met handbediening kunnen worden bewogen.
In 1965 werd ten noorden van de sluis een gemaal gebouwd. Daardoor verloor de sluis haar uitwateringsfunctie, maar bleef wel een kerende functie houden voor hoogwater in het Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch - Drongelen. De sluis wordt ook wel De Schuif genoemd. In 2002 werd deze sluis een Rijksmonument.
Restauratie (2024): De sluis was toe aan een grondige opknapbeurt. De ijzerconstructie vertoonde veel roestvorming en was op enkele plaatsen doorgeroest. Ook bij de schuiven en de bewegingsmechanismen trad roestvorming op en waren enkele delen verbogen. Van de betonconstructie had de smeer- of pleisterlaag op veel plaatsen losgelaten en was deels verdwenen. Ook waren door boomwortels scheuren in de betonconstructie ontstaan.
De betonconstructie werd hersteld, waarbij scheuren door middel van ingeslepen draadeinden en injectiemortel worden gedicht. Het geheel is voorzien van een nieuwe pleisterlaag. De ijzerconstructie is geheel gedemonteerd en in de werkplaats gestraald. Waar nodig zijn de elementen gerepareerd of vernieuwd. Vervolgens is een nieuwe conservering aangebracht en is de constructie weer in elkaar gezet. De klinknagelverbindingen zijn zoveel mogelijk behouden. Ook de directe omgeving van de sluis is meegenomen.
Architect/adviesbureau: Bureau Polderman (Rotterdam).
Aannemer: Vissers Ploegmakers BV (Oss) en Nico de Bont B.V. (Vught).
De Schuif, keersluis in de Bossche Sloot.
Oordeel jury
De jury heeft grote waardering voor de kwaliteit van de restauratie, zowel in technisch als in bouwhistorisch opzicht. De sluis ziet er uit als nieuw, maar heeft vrijwel geheel zijn oorspronkelijke materialen kunnen behouden. Veel waardering is er ook voor het uitvoerige historisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden. Helaas ontbreekt (nog) een informatiepaneel of een verwijzing met QR-code bij de sluis.
De objecten zijn door alle juryleden bezocht. Enkele juryleden moesten bij een sluis verstek laten gaan. Per object zijn door de beoordelaars voor elk criterium punten toegekend. Ieder jurylid doet dat naar eigen inzicht en expertise. Zo kan bij een voorkomende restauratie verschil worden gemaakt tussen historiserend restaureren, of juist laten zien dat iets is toegevoegd. Niet iedere beoordelaar hoeft daarover eenzelfde mening te hebben en zal dat laten uitkomen in de puntentoedeling.
Het is de jury opgevallen dat enerzijds de restauratie voor zover uitgevoerd over het algemeen van een hoog niveau was. Bij enkele objecten waren er wat minpuntjes. Dit heeft uiteraard invloed op de beoordeling. Bij drie van de vijf objecten is sprake van gedegen historisch onderzoek.
Helaas ontbrak bij de sluizen vooralsnog een adequaat informatiepaneel, waarin naast beknopte historie ook aandacht wordt gegeven aan de restauratie en de werking van het object. De genomineerde objecten liggen in de openbare ruimte en worden gezien door passanten. Een informatiepaneel is dan niet alleen een verantwoording voor de restauratie, maar verhoogt ook de belevingswaarde van het object. De jury hecht hier grote waarde aan. Achtergrondinformatie kan ook worden gegeven met een QR-code. Bij één sluis was er een ANWB bordje met summiere informatie en een QR-code, die helaas dezelfde informatie liet zien. Bij de Berkelsche Zwethsluis is overigens een informatiepaneel toegezegd.
De jury heeft als regel aangenomen dat een lid van de jury zich onthoudt van een oordeel over een sluis indien:
Twee van de zeven juryleden waren betrokken bij de restauratie van een sluis, één bij de sluizen in Sprang-Capelle en Waspik en één bij de sluis in de Nieuwe Bossche Sloot. Aan de beoordeling van die sluizen hebben zij dan ook niet deelgenomen.
De door de juryleden gegeven punten per object zijn bij elkaar op getelt, waarna het totaal is gedeeld door het aantal beoordelaars. Uit de puntentoekenning konden de drie prijswinnaars worden genomineerd.
De eerste prijs gaat naar het Waterschap Aa en Maas voor de restauratie van de Keersluis Bossche Sloot bij Cromvoirt. De Gemeente Waalwijk ontvangt de tweede prijs voor de restauratie van de drie brug-sluiscomplexen in Sprang-Capelle en Waspik. De derde prijs is toegekend aan het Hoogheemraadschap van Delfland voor de restauratie van de Berkelsche Zwethsluis bij Berkel en Rodenrijs.
Gouda, 18 september 2025
Namens de Jury: Ir. G. Jan Arends