Juryrapport HSSN-prijs 2019

Ook in 2019 organiseerde de stichting Historische Sluizen en Stuwen Nederland een ‘prijsvraag’ voor de beste sluisrestauratie. De jury is dit jaar samengesteld uit de heren drs. Peter Nijhof (deskundige industrieel erfgoed) die als voorzitter fungeerde, ir. Jan Arends (TU Delft, deskundige historische sluizen en stuwen) secretaris, Piet Drop, (projectmanager restauratie civiele werken), Frank Druijff (TAUW, erfgoedadviseur), Ing. Gerard Troost (RCE, specialist historische waterbouwkundige werken), Rutger Polderman (Monumenten- en Restauratieadvies) en Hendrik-Jan Cassée (projectleider restauraties civiele werken).

 

Op de uitnodiging om gerestaureerde sluizen en stuwen voor de HSSN-prijs 2019 voor te dragen, zijn zes aanmeldingen binnengekomen. In volgorde van aanmelding zijn voorgedragen:

Alle objecten zijn door de jury bezocht. Dit jaar waren er vijf schutsluizen (a, b, c, d, e) te beoordelen, waarvan twee ook een functie hebben als stuw (peilbeheer, b en c). De laatst bezochte sluis (f) is een uitwateringssluis.
De beoordeling is grotendeels gebaseerd op de informatie in de door de indieners meegezonden stukken en de bezichtiging van de sluizen/stuwen. Het viel de jury daarbij op dat bij twee sluizen de restauratie zich helaas heeft beperkt tot een specifiek deel van de sluis. Vooral het metselwerk vertoont bij die sluizen veel gebreken en niet herstelde schade. Bij slechts twee sluizen lag een grondig bouwhistorisch onderzoek ten grondslag aan de restauratie. Bij het merendeel van de sluizen was de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving van de sluizen verbeterd of in ieder geval gehandhaafd. Bij twee objecten is een informatiepaneel geplaatst met gegevens over de historie van het object en een toelichting op de functie.

Vijf criteria zijn beoordeeld, waarvan de eerste twee zwaarder werden gewaardeerd:

Een vorige jaren gebruikt criterium over de bijdrage van de restauratie aan de recreatieve en economische ontwikkeling is dit jaar niet meer meegenomen in de beoordeling. In de praktijk bleek dit criterium minder bruikbaar.
De jury heeft uitsluitend de kwaliteit van de restauratie in al haar (water-)bouwkundige, cultuurhistorische, ruimtelijke en landschappelijke aspecten beoordeeld en niet de (cultuur)historische waarde van de sluizen op zich. Of een aangemeld object groot of klein is, eeuwenoud of twintigste-eeuws, simpel of spectaculair, heeft bij de beoordeling geen rol gespeeld. Dit om te voorkomen dat groot of bijzonder op voorhand een voorsprong zou hebben op klein of eenvoudig.

Sluis Delden (Wiene) in het Twenthekanaal (1935).

Eigenaar/beheerder: Rijkswaterstaat Dienst Oost Nederland.
Deze schutsluis is een onderdeel van het complex Delden te Wiene bij Delden, waartoe ook een gemaal en enkele sluiswachterswoningen behoren. De sluis ligt in het Twenthekanaal, Kanaal Zutphen Enschede. Al in de negentiende eeuw waren er plannen om Twente met de grote rivieren te verbinden, maar het duurde tot 1919 voordat het besluit werd genomen een scheepvaartverbinding aan te leggen die de grote steden in Twente verbond met IJssel en Rijn. Ook daarna bleef het stil en pas in 1930 kon de eerste spa in de grond worden gestoken. De schutsluis te Wiene kon in 1935 in gebruik worden genomen.

De schutsluis heeft een schuthoogte van 6 meter. Het parallel aan de sluis gelegen gemaal moet het schutverlies, maar uiteraard vooral ook het verdampingsverlies, compenseren. De sluis is gebouwd in gewapend beton. Bijzonder zijn de stalen damwanden langs de sluiskolk, die hier voor het eerst bij een sluis zijn toegepast. De sluis is voorzien van stalen hefdeuren, die bewegen tussen wit geschilderde stenen heftorens met oranje pannendak. Naast de sluis ligt een betonnen plaatbrug.

Restauratie (2017-19): De sluis was toe aan een grondige opknapbeurt. Daarbij is de gehele aandrijving vernieuwd en gemoderniseerd. De oude kettingen zijn vervangen door nieuwe kettingen. De markante witte gebouwen zijn opnieuw geschilderd. De stalen ramen zijn na conservering teruggeplaatst. De verfkleuren zijn gebaseerd op de oorspronkelijke kleuren, die door grondig onderzoek werden achterhaald.
Architect/adviesbureau: geen; wel is de Monumentencommissie van de gemeente Hof van Twente betrokken bij de restauratie.
Aannemer: Mourik Infra, Groot Ammers.

Oordeel jury
De jury waardeert het dat de sluis ondanks de modernisering van de aandrijving nog duidelijk herkenbaar is als een betonnen sluis uit de eerste helft van de 20ste eeuw. De jury is duidelijk positief over de restauratie van het uitwendige van de gebouwen voor de bewegingswerken en bijvoorbeeld het handhaven van Gallse kettingen voor de hefdeur. Ook is het een goede zaak dat er voor de kleurstelling een kleuren­onderzoek heeft plaatsgevonden. Het sluiscomplex biedt weer een bijzonder fraai aanzien.
Positief is ook dat naast de sluis een vernieuwd informatiepaneel onder een oranje pannendakje is geplaatst.

Schutsluisje te Nieuwe Niedorp (1684).

Eigenaar/beheerder: Gemeente Hollands Kroon.
De schutsluis vormt de verbinding tussen het Koggewater en de boezem. Als afsluitmiddelen zijn houten deuren toegepast. In beide sluishoofden is één van de deuren voorzien van een nivelleerschuif die met behulp van een op de deur geplaatste hefboom kan worden geopend of gesloten. De sluis is uitgevoerd in baksteen metselwerk met hardstenen slagstijlen en hoekblokken. De sluis is voorzien van een dateringssteen met het jaartal 1684. Over de sluis ligt een betonnen plaatbrug met in baksteen gemetselde borstwering met daarboven een stalen buisprofiel als ‘leuning’.

Restauratie (2018-19): De sluis was toe aan een grondige opknapbeurt. De houten puntdeuren waren aan het eind van hun levensduur en moesten worden vervangen. Besloten werd ook het metselwerk van zowel de sluis als van de over de sluis gelegen brug te restaureren.
Architect/adviesbureau: De Boer en de Groot civiele werken.
Aannemer: De Boer en de Groot civiele werken, Harlingen.

Oordeel jury
De jury vindt dat de sluis door de restauratie er weer prachtig bij ligt. In detail zijn er echter wat tekortkomingen, waaronder plaatselijk wat minder goed uitgevoerd voegwerk. De jury vraagt zich ook af of het donkere voegwerk niet te hard is ten opzichte van de wat zachtere baksteen. Enkele detailleringen van de sluisdeur zijn minder duurzaam uitgevoerd, wat de levensduur zal beperken. Storend is de dominant aangebrachte overloop van rvs, vlak bij de draaias van een puntdeur. Deze deur kan daardoor slechts voor een klein deel worden geopend.

Schutsluisje achter de Koppelpoort in Amersfoort (ca 1930).

Eigenaar/beheerder: Gemeente Amersfoort.
De schutsluis ligt in de gracht die de Grote Spui van de Kleine Spui scheidt. De sluis maakt kleinschalig scheepvaartverkeer mogelijk tussen de grachten in Amersfoort en de Eem. Als afsluitmiddelen bezit de sluis houten puntdeuren, zonder bewegingswerk. Op de puntdeuren is een lierwerk voor het bewegen van de nivelleerschuiven aangebracht. De deuren in het bovenhoofd zijn zodanig uitgevoerd dat hier het water overheen kan stromen. De sluis heeft daarmee ook een stuwfunctie. Over het benedenhoofd van de sluis ligt een loopbrug.

Restauratie (2018): De houten deuren waren aan het eind van hun levensduur. Daarom is besloten deze te vervangen door nieuwe puntdeuren. De sluis is drooggezet, waarbij de bodem is schoongemaakt en het metselwerk onder de waterlijn gerestaureerd. Het stalen beslag en leuningwerk op de deuren is van een coating voorzien. Ook het hekwerk rond de sluis is geschilderd, maar niet dat van de loopbrug over het benedensluishoofd.
Architect/adviesbureau: Antea Group, Almere.
Aannemer: Burgt & Strooij B.V. Amersfoort en Wijma Kampen B.V.

Oordeel jury
De puntdeuren met het ijzer beslag en de tandwielkast voor het openen en sluiten van de nivelleerschuiven zien er weer keurig uit. Dat geldt ook voor de opnieuw geverfde hekken rond de sluis. Jammer is het dat de loopbrug niet opnieuw is geconserveerd. Deze heeft ook duidelijk een nieuwe verflaag nodig. De jury betreurt het dat het metselwerk boven de waterlijn niet is betrokken in de restauratie. Vooral van het metselwerk aan de Kleine Spui-zijde is het voegwerk voor een groot deel verdwenen en op enkele plaatsen zijn er stenen uitgevallen. De weelderig aanwezige plantengroei op de sluiswanden geven de sluis helaas een onverzorgd aanzien.


Schutsluis Leidschendam (1888).

Eigenaar/beheerder: Provincie Zuid-Holland.
De Schutsluis Leidschendam overbrugt in de Vliet het verschil tussen het Delflandse en het Rijnlandse peil, een verschil van ongeveer 0,20 meter. De sluis maakt scheepvaartverkeer mogelijk tussen Delft en Leiden. Zij kent een lange voorgeschiedenis, waarbij rivaliserende steden vanwege verkregen rechten eeuwenlang een adequate scheepvaartverbinding konden tegenhouden. Geweld werd daarbij niet geschuwd. Rond 1800 vervielen die rechten. Het duurde echter nog tot 1886 voordat er een voor die tijd grote schutsluis werd gebouwd. Deze kwam in 1888 gereed.

De schutsluis is uitgevoerd in baksteenmetselwerk met onder meer natuurstenen dekzerken en slagstijlen. De sluis heeft een bovenhoofd aan de Delflandse zijde en een benedenhoofd aan de Rijnlandse zijde met daartussen een tussenhoofd. Het kolkdeel aan de Delflandse zijde is aan één kant verbreed. In zowel het bovenhoofd als het benedenhoofd zijn ‘eb- en vloeddeuren’ toegepast, in het tussenhoofd slechts één stel puntdeuren. Ter hoogte van het tussenhoofd bevindt zich een fraai sluiswachterskantoor.
De schutsluis werd tot 2006 nog met de hand bediend. De bewegingsmechanismen van de puntdeuren aan de Delflandse zijde zijn opgenomen in de sokkel van de gietijzeren lantaarnpalen. Op de deuren zijn gietijzeren tandwielkasten geplaatst voor het bewegen van de nivelleerschuiven. In 2006 zijn de drie paar deuren die het Delflandse water keren voorzien van een elektromechanische aandrijving. Datzelfde geldt voor de nivelleerschuiven op die deuren. Daarbij zijn de oorspronkelijke omkassingen zo veel mogelijk in tact gelaten.
Restauratie (2017-18): Baksteenmetselwerk, natuursteen, houten puntdeuren en bruggen zijn waar nodig gerestaureerd. Daarbij zijn niet te herstellen hardstenen dekzerken vervangen door granieten exemplaren, dat ook bij eerdere restauraties al was gedaan. Het ijzerwerk van bruggen, sluisdeuren en bewegingswerken is van een nieuwe conservering voorzien. Op basis van een kleuronderzoek wijkt deze af van de aanwezige kleurstelling voor de restauratie. De besturing van de deuren en bruggen is geheel vernieuwd volgens de laatste stand der techniek. De daar voor benodigde installatie is ondergebracht in het sluiskantoor. Om de veiligheid rond de sluis te vergroten, is rond de sluis een vrije strook gerealiseerd. Deze wordt deels begrensd door hagen en deels door een slank hekwerk in een donker groene kleur.
Architect/adviesbureau: Movares Nederland BV, Rotterdam.
Aannemer: Hollandia Services BV, Krimpen aan den IJssel.

Oordeel jury
De jury heeft waardering voor de wijze waarop de sluis is gerestaureerd en geautomatiseerd. Het feit dat de omkassing van de bewegingswerken vrijwel dezelfde uitstraling heeft behouden, verdient waardering.
Grote waardering is er ook voor de hagen en het hekwerk die voor een onopvallende afscherming van de sluis voor bezoekers zorgen ten dienste van de veiligheid.
Minder positief is de jury over de wijze waarop de natuurstenen dekzerken zijn gerestaureerd. De jury constateerde onder meer toepassing van niet bijpassende restauratiemortel, onjuist uitgevoerde bossering en ontbrekende bouchardering. Ook heeft de jury vanuit cultuurhistorisch oogpunt twijfels over het besluit om voor te vervangen hardstenen dekzerken granieten exemplaren te kiezen.
De jury is positief over het historisch onderzoek dat aan de restauratie ten grondslag ligt.


Monstersche Sluis te Maassluis (1889).

Eigenaar/beheerder: Stichting Monstersche Sluis, Maassluis.
De Monsterse sluis dateert in eerste aanleg al uit 1602 toen het bestuur van Monster opdracht gaf tot de bouw van een uitwaterings- of keersluis. In 1889 werd de keersluis omgebouwd tot schutsluis en kreeg de sluis zijn huidig aanzien. Over de sluiskolk ligt een gemetselde boogbrug. Op deze brug staat aan weerszijden een prachtig gedecoreerde gietijzeren lantaarn in de kleuren van Delfland: blauw en zilver. Een soortgelijke lantaarn staat ook zowel bij het binnen- als bij het buitenhoofd.
In het buitenhoofd bevindt zich een stel vloeddeuren en in het binnenhoofd naast een stel vloeddeuren ook een stel ebdeuren. Er is tevens een ‘tussenhoofd’ met stormvloed deuren. Deze stormvloeddeuren sluiten in gesloten stand de opening onder de brug af. De vloeddeuren in binnen- en buitenhoofd worden bewogen met behulp van een lierwerk dat via een half panamawiel verbonden is met de deur. Deze bewegingswerken dateren zeker niet uit 1889, maar zullen rond 1920 zijn aangebracht. Op de vier gewone vloeddeuren is een lierwerk geplaatst om de nivelleerschuiven te openen of te sluiten. De bewegingswerken en de leuningen zijn evenals de lantaarns geschilderd in blauw en zilver.

 

Door de uitvoering van de deltawerken steeg de waterstand op de Nieuwe Waterweg, waardoor de sluis moeilijker bruikbaar was. Deze werd daarom in 1972 afgedamd. Sinds 2008 zet de stichting Monstersche Sluis zich in voor de heropening van de sluis. Na lang aanhouden is het haar gelukt de sluis in 2018 te heropenen.
Naast het buitenhoofd bevindt zich aan de oostzijde een zeer fraaie gedenksteen uit 1602 met in goudkleurige letters de namen van de stichters en voorzien van hun in kleur uitgevoerde wapens. In de westelijke kolkwand is een gedenkplaat ingemetseld met de datum van de heropening van de sluis in 2018. Aan de binnenkant van de boogbrug bevindt zich een gedenkplaat met onder meer de naam van de sluis en het jaartal 1889.
Restauratie (2017-18): In 2017 kon de stichting beginnen met het heropenen van de schutsluis voor scheepvaart. De gewone vloeddeuren en de ebdeuren werden vernieuwd terwijl de stormvloeddeuren werden gerestaureerd. Het deurbeslag en de bewegingswerken werden waar mogelijk hergebruikt en van de nieuwe coating voorzien. Een losse taats werd opnieuw in de sluisbodem verankerd. Bezonken vuil en verontreinigd slib werd afgevoerd. Onder de waterlijn werd ook metselwerk van bodem en wanden hersteld.
Architect/adviesbureau: Tak Architecten Bureau BV, Delft.
Aannemer: Aannemersbedrijf van Dijk, Maasland.

Oordeel jury
De jury heeft grote waardering voor het feit dat het een groep enthousiaste vrijwilligers is gelukt om de schutsluis weer in bedrijf te stellen. Grote hulde voor het doorzettingsvermogen van de stichting. Ook het feit dat de deuren nog handmatig worden bediend (door vrijwilligers!) wordt door de jury hoog gewaardeerd.
De vernieuwde deuren zien er over het algemeen goed uit. De jury vindt het echter jammer dat schade aan het metselwerk boven de waterlijn nauwelijks of niet is hersteld. Er is scheurvorming aanwezig en enkele rollagen liggen los. Ook is het natuursteen niet overal even zorgvuldig gerestaureerd. De kleurstelling van het ijzer en staalwerk is niet overal even consequent doorgevoerd.

Beaufortsluis in de Mariadijk bij Walsoorden (1761).

Eigenaar/beheerder: Waterschap Scheldestromen, Middelburg
De uitwateringssluis ligt in de Mariadijk in het buurtschap De Eek, ten Zuiden van Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen. Het object dankt zijn naam aan J.F. de Beaufort wiens naam in een in de frontmuur geplaatste steen is ingebeiteld. De Beaufort was rentmeester van het Hulster Ambacht in de tijd dat de stenen sluis werd gebouwd. De sluis is uitgevoerd als kokersluis met een hefdeur als afsluitmiddel. De hefdeur kan met een horizontaal windas worden bewogen In de windas zijn gaten uitgespaard waarin spaken kunnen worden gestoken. Opvallend is dat de hardstenen dekzerken niet het gehele bovenoppervlak van de schuifschacht en het kokerdeel aan de zijde van de Zandepolder afdekken. Met de sluis wordt de waterstand in het poldertje tussen de Mariadijk, Havenstraat, Zeedijk 2 en Kleinedijk geregeld.
Restauratie (2018): De sluis was toe aan een grondige opknapbeurt. Vooral het houten bewegingswerk was ernstig aangetast. Het houtwerk is geheel vernieuwd en het metselwerk grondig schoongemaakt en waar nodig gerestaureerd. Via een betonnen trap en een houten vlonder in het water is de sluis voor het publiek goed zichtbaar gemaakt.
Architect/adviesbureau: Bureau Polderman, Rotterdam.
Aannemer: Bouwgroep Peters, Middelburg.

Oordeel jury
De jury is van mening dat de restauratie van het metselwerk met het voegwerk van de sluis zowel technisch als in cultuurhistorische zin op een zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. De in het water geplaatste vlonder en het informatiepaneel dragen in hoge mate bij aan de beleving van de sluis. Waardering is er ook voor het verrichte historisch onderzoek.
De jury vraagt zich wel af of de randen van het metselwerk die niet worden afgedekt door de hardstenen dekzerken daardoor niet gevoeliger zijn voor aantasting.

Beoordeling
Alle objecten zijn door de zeven juryleden bezocht. Per object zijn door de juryleden voor elk criterium punten toegekend. Ieder jurylid doet dat naar eigen inzicht en expertise. Zo kan bij een voorkomende restauratie verschil worden gemaakt tussen historiserend restaureren, of juist laten zien dat iets is toegevoegd. Niet iedere beoordelaar hoeft daarover eenzelfde mening te hebben en zal dat laten uitkomen in de puntentoedeling.
De jury heeft als regel aangenomen dat een lid van de jury zich onthoudt van een oordeel over een sluis indien:

Twee van de zeven juryleden waren betrokken bij de restauratie van een sluis, één bij de sluis in Leidschendam en één bij de Beaufortsluis. Aan de beoordeling van die sluizen hebben zij dan ook niet deelgenomen.
De door de juryleden gegeven punten per object zijn bij elkaar op geteld, waarna het totaal is gedeeld door het aantal beoordelaars. Uit de puntentoekenning konden de drie prijswinnaars worden genomineerd.

De eerste prijs gaat naar het Waterschap Scheldestromen voor de restauratie van de Beaufortsluis. Rijkswaterstaat Oost Nederland ontvangt de tweede prijs voor de restauratie van Sluis Delden (Wiene). De derde prijs is toegekend aan de Provincie Zuid-Holland voor de restauratie van Sluis Leidschendam.

Gouda, 27 september 2019
Namens de Jury: Ir. G. Jan Arends